Historisme


Historisme is de tak van geschiedkunde die probeert door middel van primaire bronnen terug te keren naar wat er daadwerkelijk is gebeurd in een specifiek tijdperk. Deze negentiende-eeuwse stroming volgde de methoden en principes van de invloedrijke historicus Leopold von Ranke.

Historisten, ook wel bekend als Rankeanen, geloven dat geschiedenis – in ieder geval gedeeltelijk – kenbaar is. Ze streven ernaar deze te reconstrueren door objectieve gegevens te verzamelen, veelal uit schriftelijke bronnen. Voor de historisten was geschiedenis niet langer slechts een literair genre, zoals het (algemeen gesteld) vóór de negentiende eeuw vaak werd gezien, maar een serieuze wetenschap. Daarvoor diende geschiedschrijving vaak ter vermaak of als kunstvorm en was het minder gericht op het zoeken naar de objectieve waarheid.

Een ander kenmerk van het historisme is de nadruk op evolutionaire opvattingen over historische ontwikkeling. Von Ranke en zijn tijdgenoten geloofden dat entiteiten zoals landen, instituties of volkeren zich ontwikkelen vanuit een historische kern – als een levende entiteit die groeit, bloeit en uiteindelijk vervalt. Dit idee onderscheidt het historisme van de meer moderne geschiedwetenschap, waarin vaak wordt afgewezen dat iedere historische entiteit een vaste, unieke identiteit bezit die zich ontwikkelt volgens een organisch proces, zoals een boom vanuit een eikel.[1][2]

Verder stelt het historisme dat iedere tijdsperiode moet worden begrepen binnen de context van haar eigen normen en waarden. Het verleden en het gedrag van historische actoren kunnen pas goed worden geanalyseerd door ons te verdiepen in de specifieke omstandigheden van die tijd. Zo is bijvoorbeeld de 17e-eeuwse Europese noodzaak om te trouwen bij een zwangerschap slechts te begrijpen vanuit de toenmalige religieuze overtuigingen en sociaaleconomische structuren. Dit waardenrelativisme bracht echter ook kritiek met zich mee: historisme werd door sommigen beschuldigd van algeheel relativisme en cultureel nihilisme, vooral na de Tweede Wereldoorlog. De bekende politiek filosoof Leo Strauss vergeleek historisme zelfs met een totale vorm van waardenrelativisme.[3][4]

Het is belangrijk op te merken dat de termen historisme en historicisme niet hetzelfde zijn, hoewel ze vaak door elkaar worden gebruikt in verschillende talen.[5] Zo gebruikte Strauss bijvoorbeeld de term historicism, terwijl hij feitelijk historism bedoelde.[3][4] Terwijl historisme zich richt op de interpretatie van geschiedenis binnen de context van de eigen tijd, stelt het historicisme dat geschiedenis zich ontwikkelt volgens vaste wetmatigheden, vaak met een einddoel. Dit idee is duidelijk zichtbaar in de werken van Hegel en Marx, en werd krachtig bekritiseerd door Karl Popper in zijn boek De armoede van het historicisme.[6]


Noten

  1.  Frank Ankersmit, 'Een moderne verdediging van het historisme', Low Countries Historical Review (1981), 454-473, www.bmgn-lchr.nl/articles/10.18352/bmgn-lchr.../download/
  2.  Harry Jansen, Triptiek van de tijd. Geschiedenis in drievoud (Nijmegen, 2010), 97-115
  3.  Leo Strauss, The City and Man (Chicago, 1964), 1-12
  4.  Leo Strauss, Natural Rights and History (1950), 1-8
  5.  Stefan Berger, "Stefan Berger responds to Ulrich Muhlack". In: Bulletin of the German Historical Institute London, Volume XXIII, No. 1, May 2001, pp. 21–33
  6.  Karl Popper (1978): De armoede van het historicisme, Spectrum

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Externe links/verwijzingen

Zie ook


Geraadpleegde bron: nl.wikipedia.org/wiki/Historisme_(geschiedschrijving) - 11 juni 2024


Pagina bijgewerkt: 6 november 2025