Geschiedenis van de bouwkunst


 

De geschiedenis van de bouwkunst is een fascinerend verhaal dat teruggaat tot de jonge steentijd, toen mensen begonnen met het creëren van hun eigen bouwwerken. Elke periode en elke regio heeft zijn eigen kenmerkende bouwstijl ontwikkeld. Het bestuderen van deze geschiedenis vormt een belangrijk onderdeel van de kunstgeschiedenis.

Het bouwen van beschutting bood een alternatief voor het wonen in natuurlijke grotten of in de open lucht.

Steentijd

De vroegst bekende menselijke bouwwerken, toegeschreven aan Homo erectus, dateren uit ongeveer 380.000 jaar geleden bij Terra Amata in Zuid-Frankrijk. Op deze archeologische vindplaats werden zo'n twintig hutten aangetroffen, gemaakt van takken, gesteund door grote stenen en bekleed met ovale ringen. Kleine groepen mensen gebruikten dit kamp in het late voorjaar en lieten het weer achter tot de volgende lente. Ook zijn er ijstijdhutten ontdekt in Oost-Europa, zoals bij Mezhyrich in centraal Oekraïne, uit ongeveer 15.000 jaar geleden. Deze hutten, gemaakt van mammoetbotten en vermoedelijk bedekt met dierenhuiden, zijn in de jaren '70 opgegraven.

Uit de steentijd stammen ook de hunebedden. Dit zijn grafkamers gebouwd met opgestapelde zwerfstenen, oorspronkelijk bedekt met aarde. In de loop der tijd is de aarde verdwenen, waardoor de stenen constructies zichtbaar werden. Belangrijke leiders werden in deze grafkamers neergelegd, compleet met wapenuitrusting en gebruiksvoorwerpen.

Andere typen grafkamers uit deze periode zijn dolmens, bestaande uit rechtopstaande stenen met een dekplaat, bedekt met aarde. Daarnaast werden koepelgraven aangelegd: kuilen, bedekt met in lagen gestapelde stammen en vervolgens met aarde.

Ook menhirs, rechtopstaande stenen die vaak in lange rijen werden geplaatst, stammen uit deze tijd. De precieze betekenis van deze stenen blijft tot op heden een mysterie.

Steencirkels, zoals de beroemde cirkel bij Stonehenge in Zuid-Engeland, bestaan uit in een cirkel geplaatste stenen. Deze structuren hadden vermoedelijk een religieuze functie.

Egyptische oudheid

De Egyptische bouwkunst staat vooral bekend om haar indrukwekkende piramiden en tempels.

De grafarchitectuur in Egypte heeft een lange ontwikkeling doorgemaakt. Aanvankelijk werden prominente figuren begraven in mastaba's. De eerste stap richting de piramide is de trappiramide van Djoser bij Saqqara, ontworpen door de architect Imhotep. Deze piramide is een opeenstapeling van mastaba's.

In de architectuur wordt een bouwwerk meestal aangeduid met de naam van de opdrachtgever. Zo spreekt men bijvoorbeeld van de piramide van Djoser, niet van de piramide van Imhotep.

De volgende mijlpaal was de echte piramide, waarvan de grootste de Piramide van Cheops is.

Later werden piramides vervangen door rotsgraven, zoals het beroemde graf van Toetanchamon. Deze graven zijn te vinden in de berghellingen bij Beni Hassan en in de Vallei der Koningen en Koninginnen nabij het huidige Luxor. Een rotsgraf bestaat uit gangen die leiden naar verschillende kamers.

Mesopotamië

De bouwkunst in Mesopotamië maakte veelvuldig gebruik van gedroogde en gebakken klei. Hier verrezen indrukwekkende versterkte paleizen, waarvan de terrassen werden beplant met bomen en struiken. Deze bouwwerken inspireerden de legende van de Hangende Tuinen van Babylon. Binnen zo'n paleis bevond zich een tempeltoren, een zogenaamde ziggoerat, met op de top een altaar. Hier bestudeerden astrologen de sterren.

De Hettieten bouwden met kleistenen en gebruikten natuursteen voor tempels. Woningen werden vaak gebouwd als vakwerk, opgevuld met kleistenen, wat ze goed bestand maakte tegen aardbevingen.

In het Assyrische Rijk werd de hoofdstad Ninive omringd door muren met kantelen en monumentale poorten. Deze poorten werden geflankeerd door gebeeldhouwde gevleugelde stieren met mensenhoofden, een indrukwekkend staaltje van vakmanschap.

Koning Nebukadnezar liet de stad Babylon herbouwen op de westelijke oever van de Eufraat. De stad werd verdeeld in twee delen, verbonden door een brug over de rivier. Een dubbele stadsmuur met torens en een bevaarbare gracht omsloot de stad. De beroemdste toegangspoort, de Ishtarpoort, was bekleed met blauwe geglazuurde stenen.

De Perzen gebruikten voornamelijk architraafbouw: horizontale balken geplaatst op zuilen. De muren werden gemaakt van kleisteen, terwijl de zuilen van kalksteen waren, soms voorzien van vorkkapitelen. De daken werden vervaardigd van hout.

 

Oud-Griekse bouwkunst

De Oud-Griekse architectuur bestaat uit veel verschillende stijlen en bestrijkt verschillende perioden.

Minoïsch

De Minoïsche stijl stamt van omstreeks 3000 v.Chr. op het eiland Kreta. het bekendste bouwwerk is het paleis van koning Minos te

Knossos. Meest in het oog springende kenmerk zijn de zuilen die onder smaller zijn dan boven.

Myceens

Het bekendste bouwwerk uit de Myceense cultuur is de schatkamer van Atreus (Koning van Mycene), bekend om het schijngewelf en de leeuwenpoort. Een schijngewelf wordt gevormd door ringvormig gelegde, elkaar overdragende lagen stenen. Elke laag versmalde de diameter, tot het gewelf met één enkele steen kon worden voltooid. Op soortgelijke wijze werden in de Myceense architectuur ook gangen overwelfd. Het grootste verschil met een echt gewelf is dat de krachten uitsluitend verticaal naar de fundering worden gevoerd, terwijl in een boogconstructie ook horizontaal op de muren worden overgebracht. Het schijngewelf is echter constructief minder sterk dan een echt gewelf.

Dorisch

De Grieken hadden in het begin niet veel kennis over de sterkte van steenconstructies en dus is de Dorische orde gekenmerkt door vrij logge gebouwen met kolommen met zware afmetingen en met de steunpunten dicht bij elkaar, deze bouw heet architraafbouw, een architraaf is een balk. Bekendste gebouw in deze stijl is het Parthenon op de Akropolis te Athene.

Ionisch

Ionische zuilen zien er anders uit dan Dorische: ze hebben een basement en het kapiteel heeft twee voluten. Ook het hoofdgestel is anders gedetailleerd, in plaats van trigliefen, metopen en mutuli is er een (gebeeldhouwd) fries met daarboven een tandlijst. Bekende voorbeelden zijn de Tempel van Nikè en het Erechtheion op de Akropolis van Athene.

Korinthisch

De Korinthische orde komt voornamelijk voor in Klein-Azië en had veel invloed op de Romeinse bouwkunst. De Korinthische orde is vaak rijk versierd door een acanthusblad dat of -bloem die op de zuilen zit.

Romeinse rijk

Een van de nieuwe technieken was het gebruiken van gewelven en bogen. Deze hernieuwde architectuur werd in het begin vooral toegepast bij openbare gebouwen zoals amfitheaters, baden, tempels, forums enzovoort.

Vroegchristelijk

Byzantijns

De Byzantijnse architectuur wordt gekenmerkt door koepels op bakstenen pendentieven. De buitenkant is sober gepleisterd, terwijl de binnenkant versierd is met felgekleurde mozaïeken en lambrisering van marmermarqueterie. Het beste voorbeeld van de Byzan-tijnse architectuur blijft de Hagia Sophia.

Preromaans

Pre-romaanse architectuur (750-950): kleine gebouwen met rechte plattegronden, vergelijkbaar met Romeinse basilieken.

Islamitisch

Sinds het begin in de  7e eeuw na Christus heeft de islamitische architectuur zich gemanifesteerd in de bouw van talloze religieuze en seculiere gebouwen in zowel het islamitische Oosten als Westen. Een van de best bewaarde is de Grote Moskee van Kairouan (in Tunesië ). Gesticht in 670 na Christus en herbouwd in de 9e eeuw  door de heersers van de Aghlabid- dynastie , wordt het beschouwd als de voorouder van alle moskeeën in het islamitische Westen. Door zijn plan en zijn architectonische en decoratieve kenmerken diende het als een prototype voor veel moskeeën in het islamitische Westen en diende het als een model in verschillende landen van Noord-Afrika, Sicilië en Andalusië.

Romaanse Bouwkunst

Romaanse architectuur (950-1130): Stenen gewelven en gebouwen met dikke stenen muren zijn kenmerkend voor deze architectuur. De technieken zijn overgenomen van de Romeinse architectuur.

Gotische architectuur

Gotische architectuur (1130-1500): gekenmerkt door zeer hoge beuken met luchtbogen, stenen bruggen en grote erkers, verdeeld in kleine secties door stenen dwarsbalken. De bogen zijn puntig, de sculpturen zijn zeer gedetailleerd en de deuren zijn rijk versierd.

Renaissance

De renaissancearchitectuur bereikte haar hoogtepunt tussen 1494, de periode van de Italiaanse Oorlogen, en 1620. De architectuur was gebaseerd op de Griekse en Romeinse architectuur, met koepels en rechthoekige zuilen (pilasters) die vaak in de muren waren geïntegreerd.

Barok

Klassieke en neoklassieke architectuur

Klassieke architectuur ontwikkelde zich in de 17e eeuw  in de landen van Noord-Europa en in Frankrijk, waarbij ze haar vormen ont-leende aan antieke architectuur (zuilen, trofeeën, frontons, enz.). Het grootste voorbeeld is het Paleis van Versailles. Classicisme is een kunst in dienst van de macht: de lijnen zijn rechtlijnig, symmetrie en de strengheden van de geometrie worden gerespecteerd. In Noord-Europa (protestantse landen) hebben kerken een eenvoudig decor. Hun stijl contrasteert met de uitbundigheid van de barok. Sommige historici (zoals Ernst Gombrich) beschouwen het deel van het Paleis van Versailles dat door Louis Le Vau is ontworpen als barok.

De neoklassieke architectuur bestond van ongeveer 1750 tot 1830. Deze is het gevolg van een tweede terugkeer naar de Grieks-Romeinse oudheid sinds de Renaissance.

  • symbolisch voorbeeld: Kerk van de Madeleine ;
  • Door de bezoeken van Thomas Jefferson aan Parijs had deze stijl gevolgen voor de Angelsaksische architectuur:
    • Georgische stijl
    • federale stijl
    • Griekse heropleving
      • Georgische stijl
      • Griekse heropleving
  • Elizabethaanse architectuur
  • Jacobijnse architectuur
  • Lodewijk XIII-stijl
  • Lodewijk XIV-stijl
  • Siciliaanse barok

Rococo

  • Zie Rococo voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Classicisme

  • Zie Classicisme voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Neoclassicisme

Eclecticisme - voorkeurstijl

Art nouveau

  • Zie Art nouveau (nl.wikipedia.org) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Externe links/verwijzingen


1. Avebury, 30 km noordelijk van Stonehenge. Datering: 1993. Foto: Ezel - nl.wikipedia.org

Licentiestatus: CC BY-SA 3.0


2. Piramide van Giza. Datering: 3 november 2010. Foto: Berthold Werner - nl.wikipedia.org - Licentiestatus: CC BY-SA 3.0


3. Grote Ishtarpoort van Babylon in het Pergamon, Berlijn. Datering: 1 januari 2003. Foto: Bontenbal - nl.wikipedia.org

Licentiestatus: Publiek domein


4. De Schatkamer van Atreus Mycene. Datering: 19 april 2005. Foto: HarmN - nl.wikipedia.org - Licentiestatus: Publiek domein


5. Xanten, Duitsland: Korinthisch kapiteel. Datering: 3 maart 2005. Foto: Napoleon Vier - nl.wikipedia.org

Licentiestatus: CC BY-SA 3.0


Geraadpleegde bron: nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_de_bouwkunst - 20 mei 2025 + 

fr.wikipedia.org/wiki/Histoire_de_l%27architecture - 15 juli 2025


Pagina bijgewerkt: 3 november 2025