Griekse (bouw)kunst


De geschiedenis van de bouwkunst in Europa begint is Griekenland. Na ongeveer 3000 v. Chr. ontwikkelde zich op het eiland Kreta een hoge beschaving, waarvan de bloeitijd ligt tussen ± 2000 en ± 1400 v. Chr. 

Middelpunten van deze cultuur waren Knossos en Phaestus, waar prachtige paleizen met uiterst fraaie wandschilderingen en kunstzinnig bewerkte gebruiks- en siervoorwerpen zijn teruggevonden. Naar een zekere koning Minos, van wie alleen de sage weet te vertellen, noemt mens dese Kretenzische cultuur ook wwel de Minoïsche. Ze dringt door op het vaste land van Griekenland.

Daar stromen ± 1800 v. Chr. Indogermaanse stammen binnen, die de Kretenzische cultuur overnemen,  maar meer zin aan de dag leggen voor het monumentale dan voor het sierlijke in bouwtrant en kujnstuiting. Mycene, een stad op de Peloponnesus geeft aanb deze periode haar naam: men spreekt van de Myceense cultuur.

Omstreeks 1200 v. Chr. dringt een volksstam, de Doriërs, Griekenland binnen. Bij deze Dorische volksverhuizing wordt veel van het oude beschavingsgoed verwoest; doch de

Hellenen - de naam Grieken werd hun later door de Romeinen gegeven - ontwikkelden een nieuwe beschaving en een nieuwe kunst, al is de invloed van wie vóór hen deze streken bewoonden op beide onmiskenbaar. Het gebied waarover deze beschaving en deze kunst zich verbreidden, strekte zich uit van de qwestkust van Klein-Azië tot Zuid-Italië en Sicilië. 

Kaart van Griiekenland, Klein-Azië (Turkij) en Sicilië. Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 48.


2. Gouden sieraden en handvest bronzen dolk. Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 49.


3. Myceense vazen 46 en 10,5 cm hoog. Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 50.


>>> 4. Fragment van een mozaïekvloer. Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 50.


De huizenbouw, zoals de bewoners van Kreta die in de 18e eeuw v. Chr. kenden, heeft veel overeenkomst met die van West-Europa in later tijd. Dit is op te maken uit de af-beelding van huizen op de mozaëikvloer in een van de paleizen van koning Minos.



>>> 6. Plattegrondschema's van de klassieke tempeltypen. Dat.: 1 maart 2005 (originele uploaddatum).  Bron: Napoleon Vier - nl.wikipedia.org - Licentiestatus: CC BY-SA 3.0

<<< 5. Fragment paleis Tyrins-Gr. - woningen van rijken Tyrins - Winkel, boogconstructies en binnenplaats gevel bij A. Bron:

Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 51.


Bij de paleisbouw volgden de Myceense bouwmeesters de oosterse opstelling: de vertrekken werden - evenals trouwens bij de 'gewone' huizen - rond een binnenplaats gegroepeerd.



>>> 7. Schatkamer van Atreus. Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 52.


De doden werden bijgezet in "bijenkorfgraven". Een dergelijk graf, de zgn. schatkamer van Atreus, waar een dynastie van Myceense koningen een laatste rustplaats vond, is in Mycene in zijn geheel terug gevonden. (Al is het leeggeroofd).



>>> 7. Detail van de grafpoort en plattegrond. Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 52.


Het Myceense tijdperk vindt zijn einde bij de inval van de Doriërs (± 1200 v. Chr.). Een periode van armoede en verval breekt aan. Wanneer de vereschillende stammen, die hun woonpolaatsen in Griekenland hebben - Doriërs, Ioniërs en de Aeolisch-Achaeïsche stammen - zich enigermate bij elkaar hebben aangepast en el-kaar erkennen als tot één volk te behoren, dat van de Hellenen, komt de bouwkunst in Griekenland opnieuw tot bloei.

Drie tijdperken worden bij deze bouwkunst onderscheiden: 

1e tijdperk, 800-500 v. Chr. Gebruik van de Dorische bouworde in zware verhoudingen.

2e tijdperk, 500-300 v. Chr. Gebruik van de slankere Dorische en de nieuwe Ionische bouworde. Binnen deze tijd valt de "Gouden Eeuw" van Pericles ( 493-429 v. Chr.).

Het 3e tijdperk, (300-146 v. Chr.) is een tijd van verval. Bij het bouwen van tempels en theateers worden verschillende stijlen gecombineerd. Nieuw is in deze tijd de Corinthische bouworde.

De Griekse bouwkunst gaf voornamelijk aan tempels het aan-zien; het grote aantal goden bevorderde dit. Daar de staatsvorm van de verschillende stadsstaatjes republikeins was, werden er geen paleizen gebouwd. Wel had bijna iedere stad openbare gebouwen voor sport, spel en kunst: bij de Grieken werd leven-dige belangsteling voor en grote deelname aan lichaamscultuur en geestesontwikkeling gevonden.

Niet alleen werden stadions en theaters gebouwd, maar ook

legde men agora's (stads- en marktpleinen) aan, die niet slechts weerden gesierd door tempels e.d., maar ook door standbeelden.

In Olympia vonden om de vier jaar wedstrijden plaats, zowel op het gebied van sport en spel als op dat van de kunst, de  zgn. Olympische spelen. De overwinnaars werden geëerd met een lauwerkrans: hun vaderestad schonk hun het ereburgerschap. Bij hun tijdrekening spraken de Grieken van "olympiaden", tijdvakken van vier jaar.

Als bouwmaterialen voor hun woningen en hun tempels gebruikten de Grieken hout, baksteen, marmer en brons. Hun terracotta vazen maakten zij uit het fijnste kleimateriaal. Hun ornamentiek verraadt Egyptische en Assyrische invloeden.


8. Grieks huisraad en sieraden. Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 53.


9. Diverse Griekse huisraad en sieraden. Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 54.

10. Grieks aardewerk en schema Griekse tempels. Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 55.


<<< 11. Plattegronden en tempelgevels. Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 56.


Grote tempels met binnen-zuilstelling hadden een galerij. Een deel van het lessenaarsdak werd open gelaten, zodat de naos onmiddellijk zonlicht ontving - hypethraaltempel. De elkaar-opvolgende stijlen van vormgeving en versiering in de Griekse bouwkunst - de Dorische, de Ionische en de Korinthische - bleven hub statisch krarakter behouden met alleen een geleide-lijke verandering in de verehoudingen tussen de verschillende el-ementen van de bouwwerken. bijvoorbeeld van zuilhoogte t.o.v. diameter; van zuilafstanden t.o.v. diameterf of van lijsthoogte t.o.v. zuilhoogte.



12. Details en elementen uit de Dorische orde. Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 58.

13. In Dorische stijl gebouwde peripteros te Aegina. Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 59.


Dorische orde

Bij de Dorische orde is in veel opzichten de invloed te bespeuren van de aan de steenbouw voorafgaande houtbouw.

Het driehoekige gevelvlak tussen de horizontale geison en de twee schuinoplopende simae draagt de naam tympaan. Deze werd ver-sierd met - al of niet vrijstaande - beeldgroepen. Op de hoeken en het midden van de daklijst aangebrachte versieringen zijn zgn. acroteriën. Het dakwater werd afgevoerd door spuwers in de vorm van leeuwekoppen, op regelmatige afstanden over de simae verdeeld. Op de metopen bracht men als versiering geometrische rozetten, beeldwerk of gebeeldhouwde voorhoofdskeletten van offerdieren aan.

In het stralende licht van de zuidelijke zon moet zo'n Griekse tempel een overweldigende aanblik hebben geboden. Zelfs de ruïnes in de oorspronkelijke steenkleur wekken thans nog bewondering voor de kunst en het kunnen van de Griekse bouwmeesters.


14. Detail van de Dorische peripteros te Aegina en midden-acroterie.

Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 60.


De Ionische orde

Hoewel van bescheiden afmetingen is de Niketempel een van de mooiste voorbeelden van de toepassing van de Ionische orde bij een amfiprostilos. In de plaats vann het fries met triglyfen en metopen is een vlak fries gekomen met beeldwerk. Vooral met het oog op de zuilvorm onderscheidt men bij de Ionische orde de Attisch-Ionische orde en de Aziatische-Ionische orde. De laatste toont rijkere bewerking.


<<< 15. Tempel van Nikè op de Akropolis van Athene. Deze werd gebouwd rond 410 v. Chr. Deze foto is genomen na de recente anastylose waarbij reserveonderdelen van de tempel, die eerder waren opgeslagen, werden samengevoegd. Datering: 2010.

Foto: Dimboukas - nl.wikipedia.org - Licentiestatus: CC BY-SA 3.0



>>> 16. De in Ionische stijl opgetrokken Tempel van Nikè (5e eeuw v. Chr.) op de Akro-polis van Athene. Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 61.


Attisch-Ionische orde van het Erechteion (zie foto nr. 17)

Architraaf, fries, geison (horizontale gootlijst) en sima vormen samen het 'hoofdgestel'. Het antenkapiteel volgde de vierkante grondvorm, zonder voluten van het zuil-kapiteel.




>>> 18. Aziatisch-Ionisch hoofdgestel. Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 63. 

<<< 17. Attisch-Ionische orde van het Erechteion en Antenkapiteel. Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutter-land - 1963 - blz. 61.


Aziatisch-Ionisch hoofdgestel. (zie foto nr. 18).

De verrijking van de geison met een tandlijst mag het silhuoet minder pittig maken, toch wordt het geheel er fraaier door.

De lijstwerken werden niet alleen met de uiterste zorg gepro-fileerd, zij werden bovendien elk afzonderlijk met sierlijke ornamenten verlevendigd en dan gepolychromeerd.



De ionische zuil heeft een element meer dan de Dorische. De laatste staat zonder enig tussenlid onmiddelijk op de stylobaat,[8] de eerste heeft een uitvoerig geprofileerde voet, rustend op een vierkante voetplaat. Het basement toont het verschil tussen Attische en Aziatische vormen. Zie foto nr. 19. 


19. Ionische basement. Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 64. 


Ionische basement (zie foto nr. 19)

De rondprofielen van het Ionisch basement werden bij rijkere uitvoering sterker geaccentueered met geometrisch bandornament.

Het ontstaan van het Ionisch kapiteel kan worden verkaard uit de voorafgegane houtbouw. Bij deze bouw was de zuil zeer waar-schijnlijk een stamstuk. Voordat de architraaf op het boveneinde werd gelegd, dekte men het 'kopshout' van de zuil af met een lap koehuid. Onder invloed van de zonnewarmte krulde deze lap en zo ontstond waarschijnlijk de vorm, waaruit het latere voluten-kapiteel werd ontwikkeld ( zie foto nr. 21).


20. Attisch-Ionisch kapiteel. Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 65. 

21. Architraaf en Aziatisch-Ionische kapitelen. Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 66.


<<< 22. Aziatisch-Ionisch kapiteel - Zijaanzicht. Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 67.


Zoals het onderaanzicht (zie foto 21) duidelijk weergeeft, loopt de bandlijst waarmee de zuilschacht eindigt, onder het voluten-kussen door. Rechts is dit niet het geval. Daar loopt alleen het kleine parelrandje door en stopt de bandlijst (eierlijst) tegen de voluten. 

Het zijaanzicht (zie foto 22) toont de doorsnede van de doorsnede van de architraafbalk. Deze balk bestaat uit twee naast elkaar gelegde stukken steen; de naad is zeer kunstzinnig wijze weggewerkt. (De kraalschoot is al zeer oud).

Bij het Ionisch kapiteel vereschillen de voor- en achterkanten van de zijkanten. Dat gaf bij een tempel met hoekzuilen moeilijkheden. De Grieken overwonnen deze door het ontwerpen van een speciaal hoekkapiteel, waarbij de twee voluten aan de hoek werden uit-gebogen en tegen elkaar gelegd. Bijzonder gelukkig kunnen wij deze oplossing niet noemen; eenzijdig gerichte zuilen zouden ons beter voorkomen, waardoor de frontgevels 'en face' en de zijgevels 'en profil' waren gericht.

Ionische orde van het Erechtheion (5e eeuw v. Chr.)

De tempel van Erechtheus op de Akropolis te Athene heeft een veranda-achtige uitbouw. De architraaf hiervan wordt niet gedreagen door zuilen, maar door vrouwenbeelden - karyatiden - die alle naar één zijde zijn gericht. Als voortbrengselen van de Griekse beeld-houwkunst worden deze beelden ten zeerste gewaardeerd.


23. Ionisch hoekkapiteel. Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 68.


24. Ionische orde van het Erechtheion. Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 69.


>>> 25. Kroonlijst van de hoofddeur van het Erechtheion. Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 70.


26. Korintisch kapilteel van het Lysicratesmonument. Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 71.


De Corinthische orde.

De Grieks-Korinthische orde heeft een rijkere uitvoering dan de Ionische. Het hoofdgestel (met tandlijst) komt overeen met de Azia-tisch-Ionische; maar de zuil, en met name het kapiteel, toont belangrijke verschillen. De zuil eindigt min nof meer kelkvormig en tegen het zuileinde is een bladerenreeks aangevlijd met uitschietende stengels. Deze zijn twee aan twee naar de hoeken uitgebogen en steunen daar de dekplaat. Deze bouworde zullen de Romeinen  later verder uitwerken. Met de Korinthische orde is het vraagstuk van de hoekzuil opgelost.

In Griekenland heeft de Korinthische bouworde zich niet volledig kunnen ontwikkelen, doordat de Romeinen in 146 v. Chr. aan de zelfstandigheid van de Griekse staat een einde maakten.

De belangrijkste kunstcentra van de Grieken waren:

  • in Griekenland:
    • Athene, met de Akropolis (de vroegere burcht), Olympia, met Altis (het heilige bos van Zeus)
  • in Klein-Azië:
    • Pergamon, met Akropolis, markt en theater

27. Akropolis te Athene. Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 72.


28. Klein Azië: (Turkije): Pergamon Akropolis met markt, theater en zeusaltaar.

Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 73.


De aanblik van deze centra van kunst, techniek en wetenschap moet overweldigend zijn geweest. De tempels, beelden en altaren, door kunstenaars van de eerste rang in aanzijn geroepen, toonden de onderewerping van de materie aan de geest. Bruut geweld heeft deze schoonheid geschonden of vernietigd.

Tot de belangrijkste bouwwerken behoren:

  • 6e eeuw:
    • De Zeustempel te Selinus op Sicilië. Dorische Peripteros.
  • 5e eeuw:
    • Poseidontempel te Paestum (Pesto) in Italië. Dorische Peripteros.
    • Zeustempel te Olympia. Dorische hypethraaltempel met het beroemde Zeusbeeld van de grootste Griekse beeldhouwer Phidias

29. Propyleeën van de Akropolis van Athene. Plattegrond van de Propyleeën. Zie ook foto: 27.

Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 73.


Vervolg belangrijkste Griekse bouwwerken:

  • 440 v. Chr. Parthenon. Dorische hypethraaltempel, gebouwd door Callikrates en Iktinos, met Phidias als beeldhouwer.
  • 450 v. Chr. Theseustempel te Athene. Ionische Peripteros.
  • 435 v. Chr. Propyleeën. Poortgebouw van de Akropolis te Athene. Uitwendig Dorisch, inwendig Ionisch. Bouwmeester Mnesikles.
  • 435 v. Chr. Tempel van Nikè op de Akropolis te Athene. Ionische prostylos.
  • 420 v. Chr. Erechtheion. Glanspunt van de Griekse architrctuur. Ionische tempelcombinatie met zijportiek en karyatidenhal.
  • 350 v. Chr. Mausoleom (graf van Mausolos) te Halicarnassus. Ionische zuilstelling. Scopas beeldhouwer. Phytios bouwmeester.
  • 334 v. Chr. Lysicratesmonument te Athene. Corintisch Zeusaltaar te Pergamon. Ionisch.
  • 160 v. Chr. Toren de winden (Horologium). Zonnewijzer te Athene. Korinthisch.

Architecten:

  • Iktinos, Kallicrates, Mnesikles, Phytios.

Beeldhouwers:

  • Phidias, Praxitales, Scopas.

Schilders:

  • Polygnotos, Micon, Panaenos, Apellos, Vazenschilders: Andokides, Lysippides.

De Akropolis was de oorspronkelijke burcht, in de nabijheid waarvan dde stad Athene zich heeft ontwikkeld. (Het Griekse woord 'akropolis' betekent 'burcht').

De Akropolis van Athene werd gebouwd op een ovaalvormige kalkrots van ca. 150 m hoogte. Behalve aan de westzijde was deze rots steil en ontoegankelijk. Aan die westzijde leidden trappen naar een poortgebouw - Propylaea (Propyleeën) - dat toegang gaf tot het plein op de rots. De voornaamste bouwerken, die in Athenes bloeitijd dit plein sierden waren o.a.:

  • de Tempel van Nikè (zie foto 15);
  • de Pinacotheek (paramentenkamer);
  • het Erechtheion;
  • het Partheon.

<<< 30. Standbeeld van Pallas Athena van Velletri. Datering: 5 juli 2022.

Foto:  Shonagon en nog een auteur  - nl.wikipedia.org - Licentiestatus: CC0


<<< 31. Ook het beroemde standbeeld van Pallas Athena verhief zich hier.

Deze prachtige voorbeelden van Griekse kunst zijn tot bijna de 18e eeuw intact gebleven. Op het einde van de 17e eeuw hadden de Turken de Acropolis opgenomen in deverdedigingswerken van de stad - ze gebruikten het Parthenon als kruidmagazijn. Bij oorlogshandelingen in 1687 werd deze 'kruidopslagplaats' door vijandelijk geschut getroffen.De daardoor ontstane ontploffing bracht aan de Akropolis en haar kunstwerken onherstelbare verwoestingen aan.



32. Het Lysikratesmonument. Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 76.

33. Foto van het Choragiisch Monument van Lysicrates in Athene. Datering 8 maart 2007. Foto:  Greenshed - nl.wikipedia.org - Licentiestatus: Publiek domein


35. De ruïnes van het Mausoleum van Halicarnassus in Carië (het huidige Bodrum in Turkije), gebouwd voor koning Mausolus halverwege de 4e eeuw voor Christus. Datering: 7 april 2015. Foto: Hadrian - en.wikipedia.org - Licentiestatus: CC BY-SA 4.0


36. <<< Mausoleum van Halicarnassus in Klein-Azië (Turkije). Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 77.



Dit indrukwekkende grafmonument voor Mausolos (zie foto 35 en 36) werd door diens weduwe opgericht. Men rekende het tot de zeven wereldwonderen. Wij kennen het alleen uit beschrijvingen; wat zeggen wil, dat we niet nauwkeurig hoe het er tot in bijzonderheden heeft uitgezien.

Het woord mausoleum was aanvankelijk een eigennaam, en gold dus uitsluitend voor dit bouwwerk. Later is het soortnaam geworden en gebruikt men het ook voor andere grootse grafmonunmenten.

Het Zeusaltaar te Pergamon in Klein-Azië (Turkije) behoort tot de meest beroemde Griekse bouwwerken. De onderbouw is met de mooiste beeldwerken behakt. Enkele fragmenten zijn nog bewaard gebleven.


37. Het Zeusaltaar (Pergamon altaar) in Klein-Azië (Tukije) . Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 78.


38. Het altaarfundament in Pergamon. Pergamon-altaar, lege basis in de oude stad Pergamon, Turkije. Datering: 2005.

Foto: ik (onbekend) - en.wikipedia.org - Licentiestatus: CC BY-SA 3.0


Ook in Zuid-Italië kende (en kent) men de Griekse bouwkunst. Daarvan getuigen o.a. de tempelruïnes te Paestum en de vele bouw-werken die in de 5e en 6e eeuw v. Chr. ontstonden op Sicilië, welk eiland toen hoorde tot de Griekse cultuursfeer.


39. Ruïne van de oude Griekse tempel voor Hera (Heraion) (ook wel "de Basiliek" genoemd) van Paestum in Italië. ca. 540 v.Chr.

Datering: 2001. Foto: Michael Johanning - nl.wikipedia.org - Licentiestatus: CC BY-SA 3.0


40. Italië, Paestum, Tempel van Hera II (soms de Tempel van Neptunus genoemd). Datering: 17 mei 2013.

Foto: 17 mei 2013. Foto: Berthold Werner - nl.wikipedia.org - Licentiestatus: CC BY-SA 3.0


41. Degtails van Griekse lijsten van o.a. het Parthenon en de Theseustempel.

Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 79.


De Griekse lijsten metb hun mooie profileringen werden nog versierd metb veelkleurige geometrische en plantornamenten. Daartoe  behoren de - door alle eeuwen heen nagevolgde - meanderornamenten, zo genoemd naar de grillig-kronkelende Meander, een riviertje in het oude Griekenland.


42. Toren der winden te Athene met detail van het Corintische kapiteel.

Bron: Geschiedenis der Bouwkunst - H. Sutterland - 1963 - blz. 80.


Geraadpleegde bron: o.a. Geschiedenis der Bouwkunst - blz. 48 t/m 80 - H. Sutterland - 1963 (getekende afbeeldingen en teksten)

43. De Akropolis gezien vanaf de Mouseionheuvel. Datering: 11 juni 2011. Foto: Christophe Meneboeuf - nl.wikipedia.org

Licentiestatus: CC BY-SA 3.0


44. Uitzicht vanaf de Philopapposheuvel in Athene (Attica, Griekenland) — Akropolis van Athene, tijdens de uitgebreide restatatie.

Datering: 3 juli 2013. Foto: A.Savin - nl.wikipedia.org - Licentiestatus: CC BY-SA 3.0


45. De Propyleeën - poortgebouw - op een regenachtige dag op de Akropolis van Athene, Griekenland.

Datering: 2 februari 2010. Foto: Wknight94 - commons.wikimedia.org - Licdentiestatus: CC BY-SA 3.0


Zie ook


Pagina bijgewerk: 9 juni 2025