Rococo II


De rococo is een Europese stijlperiode in de beeldende en toegepaste kunsten, die haar hoogtepunt beleefde tussen 1720 en 1760. De naam is afgeleid van het Franse woord rocaille, een asymmetrisch schelpmotief dat in de 18e-eeuwse[1] barok veel gebruikt werd in met name de toegepaste kunst. Het woord rocaille gaat terug op de Franse woorden roc (rots) en coquilles (schelpen) en geeft aan dat het vooral om een decoratieve stijl gaat.

Achtergrond

De stijl ontstond in Frankrijk en Italië als reactie op de strenge classicistische barok van rond 1700. De daarop volgende rococostijl, in-geluid door de régence, belichaamde een geraffineerd gevoel voor de kunsten in een samenleving die elegantie, gekunsteldheid en luchthartige geestigheid hoog aansloeg.[2]

Als hoogtepunten van deze stijlperiode kunnen genoemd worden: de luchtig geschilderde taferelen van Watteau, Fragonard, Boucher en Tiepolo, de uitbundige Zuid-Duitse rococokerken, enkele zeer rijk gedecoreerde paleizen in Frankrijk, Duitsalnd, oostenrijk en Rus-land (sommige met rococotuinen) en de elegante Franse meubels, klokken, serviezen en zilverwerk uit deze periode.

Schilderkunst

De belangrijkste schilders uit de tijd van de rococo kwamen uit Frankrijk: Jean Antoine Watteau, Jean-Honoré Fragonard, François Boucher, Maurice Quentin de La Tour, Élisabeth Vigée-Le Brun en de broers Charles-André en Jean-Baptiste van Loo, en diens zonen Louis-Michel en Charles-Amédée-Philippe (allen nakomelingen van de Nederlandse schilder Jacob van Loo). Daarnaast kunnen genoemd worden de Italianen Rosalba Carriera, Francesco Guardi, Giambattista Tiepolo en Canaletto en de Zweed Gustaf Lundberg. In het prinsbisdom Luik was Pierre-Michel de Lovinfosse een gevierd schilder. In Nederland gelden Cornelis Troost en Jacob de Wit als rococoschilders van naam. De laatste schilderde vooral zaaldecoraties en plafondschilderingen. Vreemd genoeg waren er in deze tijd weinig schilders van naam in Zuid-Duitsland en Oostenrijk, waar de rococo-architectuur hoogtij vierde. De uit Beieren afkom-stige Johann Adam Schöpf werkte als hofschilder van de Keulse keurvorst Clemens August in de omgeving van Bonn. In Nederland beschilderde hij het interieur van de Sint-Gerlachuskerk in Houthem.

  • Architectuur

Frankrijk, Zuid-Europa

In Frankrijk kunnen delen van het interieur van het Paleis van Versailles tot de stijl van het rococo gerekend worden. In Parijs zijn het interieur van het Hôtel de Soubise en van het Hôtel de Lassay, de zetel van de Nationale Vergadering, in rococostijl ingericht. Ook el-ders in Frankrijk kwam de stijl vooral tot uiting in de inwendige decoratie van adellijke paleizen. In Italië waren de belangrijkste roco-co-architecten Guarino Guarini en Filippo Juvara, die beiden in Messina en Turijn werkten. Juvara ontwierp in Turijn enkele kerken, het Stupinigi Paleis en het Palazzo Madama, en verhuisde daarna naar Madrid, waar hij onder andere het Koninklijk Paleis van La Granja de San Ildefonso bouwde en het Koninklijk Paleis van Aranjuez voltooide. Het Paleis van Queluz in de buurt van Lissa- bon is het belangrijkste rococo-bouwwerk in Portugal.


. Uitzicht op de Gouden Servieskamer in het Het kleine appartement van de koning, in het Paleis van Versailles, 1740.

Datering: 25 maart 2011. Foto: Fanny Schertzer - nl.wikipedia.org - Licentiestatus: CC BY 3.0


. De tuin van Palazzo Podestà, met Rococo Nymphaea, in Genua, Noord-Italië. Datering: ± 1750.

Foto: Andrzej Otrębski - nl.wikipedia.org - Licentiestatus: CC BY-SA 3.0



Literatuur, noten

  1. (en) Savchuk, Daryna, Escaping minimalism: CASTLECORE and ROCOCO revival global trending. Fashion Frenzy (11 juni 2025). Geraadpleegd op 17 juni 2025.
  2. De Britse kunsthistoricus Michael Levey schetste in zijn boek Rococo to revolution de rococokunst in een breder tijdsbeeld:

     

    Het dilemma van de 18e eeuw was van politieke, filosofische en artistieke aard. Men concentreerde zich vooral op het definiëren van de term "Natuur". Het rococo was een natuurlijke reactie tegen het formalisme – maar tegelijk leek het artificieel en onnatuurlijk. Er waren duidelijk gewelddadige botsingen tussen tegengestelde krachten: op politiek vlak tussen autocratie en vrijheid; op artistiek vlak tussen rococo en neoclassicisme of tussen de "anciens" en de "modernes". Eigenlijk waren dit allemaal benamingen voor het basisconflict tussen het bewuste en het onbewuste. De rationele structuren, optimisme en geloof staan op het punt in flarden te worden geschoten. Goya vormt daarbij de brug tussen rococo en revolutie. Hoewel hij zijn geloof in de rede behield, licht hij al een tipje van de sluier op met zijn schets "De slaap van de rede brengt monsters voort".'

Externe links/verwijzingen 


Zie ook


Pagina bijgewerkt: 25 juni 2025 - Algemene omschrijving - Foto nr.

Maak jouw eigen website met JouwWeb